Met de aanleg in het IJ werd aan het eind van de 19e eeuw begonnen. Aanvankelijk was het eiland een golfbreker voor de Oostelijke Handelskade, net als het naastgelegen Java-eiland. Later werd het opgehoogd met baggerspecie uit het Noordzeekanaal. Op het haventerrein dat zo ontstond vestigde zich in 1903 de KNSM die tenslotte de gehele Surinamekade en Levantkade gebruikte.
Na de Tweede Wereldoorlog vierde KNSM in 1956 nog het 100-jarig bestaan, maar vervolgens zette de neergang in, onder meer als gevolg van de dekolonisatie van Nederlands-Indiƫ en doordat van stukgoed werd overgeschakeld op containertransport. De activiteiten werden geleidelijk naar het Westelijk Havengebied verplaatst of gestaakt. In 1977 vertrok de KNSM definitief van het eiland en in de jaren tachtig namen krakers, kunstenaars en stadsnomaden bezit van het gebied.